Anatomie van vissen

Anatomie van vissen

Hieronder staat een basis anatomie die we veel tegen komen, maar voor de echter liefhebber raad ik u aan om bij het onderdeel * Pisces te kijken want dan gaan we er nog veel dieper op in.

 

De mond(nr°1)

Dient uiteraard voor het opnemen van het voedsel maar ook voor het opnemen van water waarin het belangrijke, levensnoodzakelijke zuurstof aanwezig is dat door de kieuwen wordt verwerkt. Aan de manier waarop de vis voedsel opneemt, kunnen we ongeveer de gezondheid van een vis bepalen. Bij koelere perioden zullen de vissen minder trek hebben en zullen ze ook trager zwemmen.


De kieuwen(nr°2)

Bevinden zich aan beide kanten van de kop en worden bezet met talrijke kieuwplaatjes. Als de vis de bek opent, stroomt er zuurstofrijk water naar binnen. Het water wordt over de kieuwen naar de kamer achter het kieuwdeksel gepompt (= inademen). Wanneer er water over de kieuwplaatjes stroomt, neemt het bloed in de haarvaten (nr° 10) zuurstof op uit het water en geeft koolstofdioxide af. Het water stroomt in tegenovergestelde zin over de plaatjes als het bloed in de plaatjes. Bij uitademen vloeit het zuurstofarme water langsheen de kieuwplaatjes weg als de vis zijn bek sluit. Dit water wordt door een opening achter het kieuwdeksel naar buiten gestuwd. Bij steur zijn deze kieuwen het minst ontwikkeld.


Vissen hebben een hart(nr°3)

Met twee kamers. In de bloedsomloop komt het hart net voor de kieuwen. Zuurstofarm bloed wordt door de kamer, het ventrikel, naar de kieuwen gepompt waar de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide gebeurt. Het met zuurstof aangereikte bloed wordt vervolgens door het lichaam gepompt en keert zuurstofarm terug naar het atrium.


Als spijsverteringsorgaan(nr°4)

Hebben vissen geen maag maar die is vervangen door een lange darm met eerst de slokdarm. Een leuke tip als u voor koop: vraag of het voer goed verteerd in de maag(let wel op dat de verkoper uitgeslapen is) de meeste weten namelijk niet dat een vis geen maag heeft, vooral grote zaken die vijvervissen als extra artikel in hun assortiment hebben(tuincentrum). Ik vroeg die vraag ook laatst toen ik een keer langs was gegaan om te kijken, en 3 x raden wat hij zei.....en denk eraan verklap het antwoord maar niet want er zijn meerdere mensen die het leuk vinden om deze vraag te stellen!!!!


De zwemblaas(nr°5)

Van een vis is een zeer gevoelig en belangrijk orgaan. Het is door middel van een zeer dun buisje met de slokdarm verbonden. De zwemblaas doet dienst als een soort van ballasttank. Het stelt de vis in staat te stijgen of te dalen in het water. Bij het vullen van de zwemblaas daalt de vis en bij het ledigen gaat de vis stijgen. Wanneer een vis nu aan zwemblaasontsteking lijdt, wordt het voor hem zeer lastig om nog naar boven of naar beneden te gaan.


Lever en galblaas(nr°6 en °7)

Maken deel uit van het spijsverteringsstelsel van de vis. Normaal is de lever bruin van kleur; als deze geel of groen is, dan heeft de vis buikwaterzucht.


Eierstokken(nr°8)

Of ook wel kuit genaamd. Het zijn de voortplantingsorganen bij vissen. Het paringsgedrag van vissen kan ook leiden tot tijdelijke knobbeltjes op de vinnen en dit tussen eind april en half juni.

De nieren(nr°9)

Die net als bij ons dienst doen als afvalverwerkingsorgaan.

Zijlijn(nr°10)

D.m.v. het zijlijnsysteem trillingen waarnemen.

De rugvin(nr°11)

Is de belangrijkste vin van de vis. Met deze vin houdt de vis zich mooi rechtop in het water waardoor hij niet gaat rollen. De rugvin kan plat gelegd worden om zo een grotere zwemsnelheid te halen.

De wervelkolom (nr°12)


De spieren (nr°13)

De buikvinnen (nr°14)

Zijn de besturingsorganen van de vis. Met de buikvinnen kan een vis naar links of rechts zwemmen maar ook naar boven of beneden. Niet iedere soort vis heeft deze vin.

De aarsvin (nr°15)

Zorgt van stabiliteit in het water en zorgt er ook voor dat de vis niet gaat rollen.

De staartvin (nr°16)

Geeft de mogelijkheid om de vis naar links of naar rechts te laten zwemmen. De staartvin kan vergeleken worden met een roer. De vorm en oppervlakte van deze vin bepaalt de snelheid waarmee de vis kan zwemmen. Hoe kleiner de staartvin, des te sneller de vis.


De borstvinnen

 

Bevinden zich achter de kieuwdeksels (nr°2). Zij verplaatsen enorme hoeveelheden water. Hiermee kan de vis zich voortbewegen naar voor, stoppen en naar achter. Bij karperachtige dienen de borstvinnen ook om op de bodem naar voedsel te woelen.

Kijk ook eens bij het onderdeel * Pisces