Zout

ZOUT

Was een groot gedeelte van wat nu Nederland en België is in vroeger tijden zee. Ook nu nog heeft de zee een grote invloed op de waterkwaliteit van rivieren en meren. Door opborrelende zoutwaterbronnen en o.a het gebruik van strooizout worden er allerlei zouten aan het oppervlaktewater toegevoegd. Ook de industrie draagt hieraan het hare bij. Tonnen zout komen dagelijks via de Rijn ons land binnen. Gelukkig regent het veel. Een constante stroom van regenwater zorgt ervoor, dat het zoutgehalte min of meer op peil blijft. Toch kunnen we stellen dat nogal wat sloten, vaarten en meren in Nederland en België vooral aan de kust brak water bevatten.

 


Brak of zoet?

Klik op plaatje voor meer basis info

Hoewel keukenzout (natriumchloride) vandaag de dag in vrijwel elk huishouden te vinden is, heeft de mens al 1 tot 2,5 gram zout per dag voldoende. Daarvoor hoeft men niet eens extra zout aan het eten toe te voegen. Gemiddeld gebruiken wij per persoon elke dag 9 gram keukenzout. Het meeste zout dat we binnenkrijgen, komt niet uit het zoutvaatje op tafel! Maar zit van nature al in het voedsel of is er door fabrikanten aan toegevoegd. Soep, groenten uit blik, snacks en kant-en-klaarmaaltijden bijvoorbeeld bevatten veel zout. Ook is zout een product wat gebruikt wordt voor en door vissen. In dit onderdeel vertel ik u het belang van zout.

Klik op plaatje voor meer basis info


welke soorten zout zijn er nu?

 

Waterontharders

 

Zout en vissen

Het zoutgehalte van water wordt behalve in 0/00 ook uitgedrukt in EC (Electrical Currency), wat de eenheid aangeeft in milli-Siemens per centimeter (of per meter). Teeltwater wat gebruikt wordt heeft meestal een EC van ca 0,5, wat niet zomaar een reden heeft. In het bloed van zoetwatervissen bevindt zich een hogere concentratie zouten(ca 9 0/00)dan in het omringende water. Water zal door OSMOSE via de kieuwen en de huid het lichaam binnendringen om te voorkomen dat het bloed te zeer wordt verdund, moet het overtollige water in het bloed worden uitgescheiden (dit gebeurt via de nieren).

Er zijn tenminste 5 redenen aan te voeren waarom kennis van de EC voor een visteler van belang is (de EC is een maat voor het totaal aan opgeloste zouten):

1. De levensvoorwaarden van vispathogenen zijn afhankelijk van het zoutgehalte van het systeemwater.
2. De waterzuivering (door bacteriën) verloopt optimaal bij het constant blijven van het zoutgehalte.
3. In zoutwatersystemen kan het waterverlies door verdamping eenvoudig met behulp van een EC-meter worden gecompenseerd.
4. Het volume van het teeltwater is te bepalen met behulp van een EC-meter en na toevoeging van een bekende hoeveelheid zout.
5. Elke vissoort heeft een optimale zoutconcentratie; de concentratie waarbij de soort het beste gedijt. Karpers 500-2000 uS en meervallen hebben de voorkeur voor 6000-8000 uS.

Zout en groei

Er is een theorie die zegt dat het voor bepaalde zouttolerante soorten energetisch gunstig is als zij opgroeien in water met hetzelfde zoutgehalte als hun bloed heeft. Namelijk ca. 0,9 % (EC = 16); de nieren worden dan minimaal belast. Er is dan een minimum aan voedingsstoffen nodig voor de werking van de nieren. Extra groei dus van voedingsstoffen die anders voor de werking van de nieren worden aangewend.

Hoe wordt de EC gebruikt bij het managen van de biofilters?

In de eerste plaats is de EC een belangrijk hulpmiddel bij de verversing van het systeemwater. Wij verversen ca. 10 % per dag, maar het moment van verversen laten wij afhangen van de hoogte van de EC.

Op de EC-meter is een waterpomp aan gekoppeld. Zodra de EC een bepaalde (ingestelde) waarde overschrijdt (gebeurt vaak tijdens de uren na het voeren) gaat er een signaal naar een tijdklok waardoor gedurende 30 sec per half uur water uit het systeem wordt verwijderd. De inbreng van deze vertraging van steeds 30 sec pompen per half uur is nodig omdat het enige tijd duurt voordat vers water via de vlotter wordt ingebracht en tot het verse water zodanig met het systeemwater is gemengd dat de EC betrouwbaar kan worden gemeten. Zonder vertraging wordt ineens zoveel water weggepompt dat de EC zou schommelen. Nu blijft de EC stabiel.

Het verversen van het water hebben we verder geperfectioneerd door de waterpomp dáár in het systeem te plaatsen waar de grootste vuilophoping plaatsvindt. Dat is precies onder de bezinkplaten. Maar ook pal boven op de bezinkbakplaten vindt vuilophoping plaats en daarom is dáár dus ook een extra pomp neergezet.

Het resultaat is een veel beter functionerend biofilter, ten eerste omdat de EC constant blijft, dit is weldadig voor de waterzuiverende bacteriën, ten tweede omdat vuilophoping, waaruit giftige stoffen vrijkomen, regelmatig wordt verwijderd. Hierdoor hoeven we het biofilter veel minder schoon te maken. Je ziet ook aan de mindere aangroei op de bezinkplaten dat het beter functioneert. Het kan niet anders of het komt de waterkwaliteit ten goede.

Zout gebruiken we ook voor een gedeeltelijke of gehele ontsmetting van een systeem. Het periodiek spoelen van een biofilter met een zoutoplossing blijkt weldadig te werken. Het buitenste laagje bacteriën lost dan op.

Echter, bij het opstarten van een zoutwatersysteem (dit moet zeker worden vermeld)! Blijkt zout vertragend te werken op het op gang komen van de waterzuiverende bacteriën. Al bij een EC van 6000 uS kan men opstartproblemen verwachten.

EC en vis houderij

Voorbeeld: Als men bijvoorbeeld koi koopt in Japan, vraagt men zelden of nooit naar de EC of naar de chemische samenstelling van het water waaruit de dieren komen. Niet alleen transport geeft stress, ook een geheel andere samenstelling van ionen. Als de vissen zich bovendien nog immunologisch aan de andere omstandigheden moeten aanpassen, kun je er zeker van zijn dat er uitval gaat plaatsvinden. Zelfs bij een simpele verplaatsing van vissen van het ene naar het andere systeem is het raadzaam met de EC rekening te houden, omdat een andere EC stress en daardoor vermindering van weerstand betekent.

Met een EC-meter en een ijklijn bepaalt men van een bepaald zout de concentratie.

Men meet de omgekeerde weerstand voor elektriciteit (1/ohm). In zuiver water (met hierin geen opgeloste ionen) is hierdoor de EC nul. Lineair met de hoeveelheid opgelost zout neemt de EC toe (afhankelijk van atoomgewicht en elektrische ladingen heeft elke soort zout een eigen ijklijn). De EC wordt uitgedrukt in milli-Siemens (mS). Men kan ook duizendvoudig gevoeliger meten, zoals in de aquaristiek, en dan de EC in micro-Siemens (uS) uitdrukken. Om een idee te krijgen van enige waarden in de praktijk: in de waterleverende stroompjes van de Amazone, de habitat van de veel aquariumvisjes, is de EC ca. 50 uS (0,05 mS), leidingwater heeft, afhankelijk van de plaats waar het wordt onttrokken, een EC van 0,3-0,6 mS, een oplossing van 0,9% (9 gram per liter) NaCl heeft een EC van ca. 16 en zeewater een EC van ca. 60 mS. In de glastuinbouw, waar de EC algemeen wordt gebruikt voor de bepaling van de hoeveelheid aan het gietwater toe te voegen meststoffen, drukt men de EC uit in S/cm, de geleiding over de standaardafstand van 1 cm. Glastuinbouwers stellen de EC van gietwater in op 2,1-3,0 mS/em.

 

Hoe passen we het zout toe op onze (koi)vijvers?

Belangrijk is wel dat echt zout wordt gebruikt en geen "strooi"zout waaraan voor vissen toxische anti-klontmiddelen zijn toegevoegd.

Als advies word gegeven:

3 kilo zout per M3.

Ook is zout toepasbaar in geval van (bepaalde) ziekte bij vissen.

- In de behandelbak ter ondersteuning van een ernstig zieke vis.
Door de osmotische druk tussen het inwendige en uitwendige van de vis te verlagen kan de vis de energie die normaliter voor osmoregulatie nodig is aanwenden voor het genezingsproces. Let wel op de slijmlaag van de vis "gestript" wordt door het zout, de aanmaak van een nieuwe slijmlaag kost energie.

- In de behandel / quarantainebak ter bestrijding van een acute nitrietvergiftiging. Het chloor ion (cl-) van zout voorkomt dat het nitriet in de bloedbaan van de vis terechtkan komen. Een zoutpercentage van 0,1% is voldoende om zelfs zeer hoge nitrietconcentraties aan te kunnen.

- In een aparte bak, ter bestrijding van bepaalde parasieten en bv buikwaterzucht (dennenappelziekte).

- Niet geschikt tegen gyrodactylus (huidwormen) en dactylogyrus (kieuwwormen). Daarnaast bepaalde varianten van * Costia / Ichthyobodo necatrix groeien goed door toevoeging van zout. Maar de kans is klein dat je met die variant te maken krijg.

Waarom gebruiken we toch zout om parasieten te bestrijden als andere zeggen dat zout slecht is?

Zouttoevoegingen aan het water veranderen de osmotische druk van het water. Lichaamscellen van alle levende organismen bevatten een bepaalde zoutconcentratie. Verandert zoutconcentratie in de omgeving proberen de cellen dit onevenwicht te compenseren. Als er meer zout in de omgeving is wordt water uit het lichaam getrokken. Als er minder zout in de omgeving is zwellen de cellen door opname van water op. Zeker als dit bv gebeurt door ineens een hoge dosering, zijn vaak de parasieten te zwak om dit te compenseren. Hogere dieren kunnen, binnen bepaalde grenzen, regelend in dit proces ingrijpen.

Wanneer geen zout

- In de natuurlijke vijver. Het is zeer lastig om goed te doseren.

- Als HET middel tegen allerlei ziektes.

- Nooit in combinatie met medicijnen als bijvoorbeeld formaline of FMC.

- Gebruik geen zout in combinatie met zeoliet.

- Ga niet tussen duim een wijsvinger doseren, maar weet hoeveel je moet hebben en gebruiken. Het gebruik van een EC-meter is dan aan te raden! Zeker bij koivijvers!!

- Gebruik nooit zout in de heemtuin. Het beperkt de mosvorming in het moeras. Soorten als veenmos en blaasjeskruid verdwijnen bij het gebruik van zout in de vijver. Indien u een hoge visbezetting in de vijver hebt en bij wijze van preventie zout wilt gebruiken tegen ziekten, dan zou ik het er op wagen!! 

- Als iemand je advies geeft, vraag gerust WAAROM. Een goed advies is altijd ondersteund door goede argumenten.

EC-Meter

Indien we een zeewater-aquarium hebben is het makkelijk om het zoutgehalte te meten. Maar omdat het percentage zout wat we gebruiken in een Q-bak of evt. vijver zeer laag is, is dit verwaarloosbaar. Want de "goedkope" metertjes gebaseerd op soortelijk gewicht zijn te onnauwkeurig. Zeker in de range 0,1 tot 0,3% valt er weinig mee te beginnen. Elektronisch kan er gemeten worden met een geleidingsmeter. Deze meter meet het geleidend vermogen van het water tussen 2 elektrodes van elke 1 cm2 en een onderlinge afstand van 1 cm! Er wordt gemeten in de eenheid uS (microsiemens). Deze waarde moet vervolgens omgerekend worden naar een zoutpercentage. Dit werkt ook niet 100% nauwkeurig, omdat er ook bv. mangaan- en magnesiumzouten mee gemeten worden, maar deze gehaltes zijn doorgaans verwaarloosbaar. Waardoor je toch een goed inzicht kan hebben betreft de EC-waarde van de vijver als men zout er aan toevoegt! Indien u graag in het bezit wilt komen van een goede EC-meter, mail Tim Rozemaer gerust vrijblijvend voor informatie.

© 2011 Koidream® (Disclaimer)